Door Kai van de Wiel

 

Lief dagboek,

Nog één nachtje slapen en dan gaat het los, komt er aan al het gespeculeer een eind en zullen de benen van de renners spreken. Nog één nachtje kan ik dromen. Dromen over een prachtige Ronde van Vlaanderen. Dromen over een keiharde koers. Dromen over onwerkelijke koersscenario’s. En bovenal dromen over winnaars die enkel en alleen winnen, wanneer ik met mijn ogen dicht op één oor lig.

Zij zijn de favorieten die eigenlijk geen favoriet zijn. Waarvan je zo ontzettend graag wil dat ze winnen, maar waarvan je vooraf al weet dat dit in feite schier onmogelijk is. Het zijn jonge talentvolle renners, die debuteren in Vlaanderens mooiste en op elk heuveltje net iets te druistig ten strijde trekken, die op elk tussenstuk net even iets teveel in de wind rijden en die in elk kopgroepje waarin zij geraken net iets teveel aflossingen voor hun rekening nemen. Ook zijn het oude ervaren rotten. Rotten die de parcourskennis als hun grootste pluspunt hebben, maar die explosiviteit en frisheid tekort komen om nog één keer te stralen in hun droomwedstrijd.

Vandaag, lief dagboek, wil ik je vertellen over de oude rot der oude rotten. Een man die De Ronde met zijn ogen dicht kan rijden. Een man die de verpersoonlijking is van een Flandrien. Een man die grote successen heeft gekend. En een man die in zijn laatste jaar nog één keer had gehoopt deze successen te kunnen herhalen. Het mag alleen niet zo zijn. Ik spreek natuurlijk, lief dagboek, over Tom Boonen. Tommeke.

Tom Boonen behoeft eigenlijk geen introductie. Ook zou deze introductie tweemaal de lengte hebben van het verhaal dat ik je vandaag wilde vertellen, lief dagboek. Toch ga ik deze echte Vlaming kort introduceren.

Tom begon zijn professionele wielerleven niet in België. Hij maakte zijn debuut op het hoogste niveau in de ploeg van een andere grote wielrenner, Lance Armstrong. Boonen kwam in Amerika wel onder de druk van zijn thuisnatie uit, maar slaagde er onder de vleugels van Lance niet in om echt tot wasdom te komen.

Om deze reden trok hij na twee jaar Amerika in 2003 terug naar zijn thuisland en tekende een contract bij het toenmalige Quick Step-Davitamon van ploegbaas Patrick Lefèvre. Tot op de dag van vandaag is het huwelijk tussen Boonen en Lefèvre een gelukkige. Boonen is in de tussenliggende jaren nooit meer van de zijde van Patrick geweken en hier had hij ook geen enkele reden toe.

De zegereeks van Tom in de koersen over de klinkende keitjes en korte heuveltjes begon in 2005, toen hij als 25-jarig broekie alle favorieten een lange neus trok en in één seizoen zowel de Ronde, als Parijs-Roubaix, als de E3 op zijn naam schreef. Een held was geboren. België was helemaal gek van Tommeke. Het journaal opende met berichten over zijn sportleven, zijn privéleven. Zelfs zijn toiletbezoeken konden in die jaren voorpaginanieuws worden.

Een held als Tom is ook kwetsbaar. Kwesties rondom een volgens de buitenwereld “erg jonge” vriendin en het gebruik van cocaïne, toonden dit meermaals aan. Tom kwam echter keer op keer terug, bleef koersen winnen en maakte het volk toch telkens weer trots. En passant won hij de groene trui in de Tour de France, droeg hij zelfs één dag de gele en werd hij wereldkampioen in Madrid.

Zijn beste jaar wat betreft de klassiekers was echter 2012. In dat jaar was Tommeke werkelijk ongenaakbaar. Hij won achtereenvolgens de E3 Harelbeke, Gent Wevelgem, zijn Ronde én Parijs-Roubaix. De laatste twee van deze reeks overwinningen maakte hem zelfs in beide koersen (mede)recordhouder wat betreft het aantal zeges.  De wereld lag aan zijn voeten en Tom was op 32-jarige leeftijd de meest bekende, populaire en succesvolle wielrenner in België op dat moment.

Een mensenleven kent echter niet louter successen. Dit is een van de mooie dingen van het leven, want door de mindere momenten in je leven leer je juist de mooie momenten te waarderen, maar op het moment dat succes uitblijft en er even weinig te genieten is, kan dit ook een van de minder mooie dingen in het leven zijn.

Vanaf 2012 ging het steeds een stukje minder met Tom. De sleet kwam erop. Opgaven, blessures, pijntjes en kritieken stapelde zich op. Koning Tom, verliet stilletjes zijn troon en leerde de lessen van het échte leven. Een absoluut dieptepunt kwam in 2015. In de Tour van Dubai viel Boonen hard op zijn hoofd en lang was het de vraag of hij überhaupt weer op hoog niveau zou kunnen fietsen.

Echte kampioenen worden echter gekenmerkt door een grote mate aan doorzettingsvermogen. Velen denken dat zij nooit pijn voelen. Hun geheim is echter dat zij dwars door deze pijn heen kunnen gaan, hem wel voelen, maar hem straal negeren en alleen maar oog hebben voor die ene eindstreep waar eeuwige roem te halen valt.

Dit is vrijwel zeker het laatste jaar van Tom Boonen, dit is dus vrijwel zeker de laatste klassiekercampagne van Tom Boonen en dit is dus vrijwel zeker de laatste kans voor Tom Boonen om nog één keer het gevoel van euforie te mogen ervaren en de held van de Belgische natie te zijn.

In mijn dromen, lief dagboek, wint Tom elke avond weer. In het echt zal hij het echter moeten afleggen. Of toch… Nee. Of toch… Nee. Of toch?

Wat zou het prachtig zijn, lief dagboek, als Tommeke tegen de verwachting van iedereen in met de zege aan de haal gaat. Als hij zelfs hetgeen presteert waarin zijn landgenoten, zijn grootste fans en zijn eigen vrienden niet meer geloven. Als hij een ontketende Cancellara weet de temmen, een bevrijde van Avermaet weet te verschalken en tot slot een grootse Peter Sagan weet te vloeren in machtige sprint die hij in jaren niet meer heeft gereden.

Wat zou het mooi zijn, lief dagboek, als mijn droom, de droom van Tom, de droom van wielerminnend Vlaanderen nog één keertje werkelijkheid mag worden. Nog één keertje.

Eén keertje…