Door Kai van de Wiel

 

Lief dagboek,

Ook vandaag wil ik je graag vertellen over een bijzondere, vergeten of hopeloos uit vorm zijnde renner, die zondag wel meerijdt in de Ronde, maar niet gaat winnen. Het wielerliefhebbende jongetje in mij hoopt echter stiekem op een enorme verrassing. Een hele goede dag van deze renner, een onoplettend moment van de favorieten, een splijtende aanval en een gelukzalig moment wanneer deze renner de streep passeert.. als eerste, tegen alle verwachtingen in.

Vandaag, lief dagboek, wil ik je graag vertellen over “La Machine”, Sylvain Chavanel. Chavanel is een rustige en altijd hardwerkende Fransman, die in de herfst van zijn carrière verkeert. Hij vertoeft sinds dit seizoen bij Direct Energie, de ploeg van Thomas Voeckler en ploegleider Jean-René Bernaudeau. Bij deze ploeg is hij met zijn 36 jaar de ervaren kracht. Elke andere renner zou op deze leeftijd de rol van wegkapitein krijgen, zou de jeugd de kneepjes van het vak moeten leren en zou genieten van zijn laatste jaren op de fiets.

Sylvain Chavanel is echter niet “elke andere renner”. Chavanel wil nog één keer stralen, wil iedere keer weer tomeloos aanvallen en wil zijn kans grijpen nu hij het nog kan. Arme Sylvain lijkt echter meer te willen dan dat zijn lichaam aankan.

Ooit was Chavanel echter een groot en veelbelovend talent, die verkeerde in de kracht van zijn leven. Hij had een sterke tijdrit, kon tot een bepaalde hoogte een bergje over en had vooral een groot doorzettingsvermogen. Hij had een frisse kop, won wedstrijden in Frankrijk en had een mooie toekomst voor zich.

Chavanel is echter een Franse wielrenner. En Franse wielrenners zijn vaak een triest lot beschoren. Het wielerminnende Frankrijk is namelijk altijd op zoek naar grote helden. Helden die met de winst aan de haal gaan in Parijs-Nice, helden die op de flanken van Alpe d’Huez iedereen het snot voor de ogen rijden en bovenal helden die de ronde van het volk, Le Tour de France, kunnen winnen. Frankrijk kende vroeger, heel vroeger, veel van dit soort helden. Louison Bobet, Jaques Anquetil, Laurant Fignon en Bernard Hinault. Stuk voor stuk wonnen zij de Tour en vele andere wedstrijden. Zij werden op handen gedragen, maakte Frankrijk trots en genoten van hun roem.

Bernard Hinault was van deze mannen echter de laatste die de Tour won. Chavanel zou in zijn voetsporen moeten treden, zo vonden de Fransen, maar elke rationeel denkende kenner kon zien dat het werk in de grote rondes niet voor Sylvain was weggelegd. Nee, Sylvain was meer het type dat zijn dag uitkoos. Hij kon losse etappes winnen in grote rondes en deed dit ook. Zo vergaarde hij toch zijn roem in Frankrijk, maar ook daarbuiten.

Sylvain had echter een brandend verlangen. Hij wilde zichzelf blijven uitdagen, blijven prikkelen en blijven ontdekken. Het koersen in Frankrijk, voor een Franse ploeg gaf hem geen voldoening meer. En daarom trok Sylvain naar België. Het land van Flandriens. Het land van de kasseien en de korte kuitenbijters. Het land van de duizend en één speciaalbieren. En het land van Tom Boonen.

Deze Boonen inspireerde Chavanel. Hij liet hem de schoonheid van de voorjaarsklassiekers zien en voedde de liefde van Chavanel voor deze koersen. Sylvain bleek op zijn 29-ste ook nog eens een grote aanleg voor deze koersen te hebben. Hoe langer hoe beter. Hoe zwaarder de koers, hoe groter de glimlach op Sylvain zijn gezicht.

In de nieuwe dromen van Sylvain was de gele trui niet meer het onderwerp. Nee, in deze dromen zweefde Sylvain als een hinde over de kasseien. Passeerde hij als eerste de streep in Meerbeke. Was hij de eerste die zijn handen omhoog mocht steken in het Vélodrome van Roubaix en was hij de held van België.

Op zondag 3 april 2011, zondag exact 5 jaar geleden, was Sylvain een haar verwijdert van het verwezenlijken van zijn droom. Zijn droom om de Ronde te winnen. Op die dag versloeg hij zijn eigen kopman Tom Boonen, bleef hij grote namen als George Hincapie, Philippe Gilbert en Juan Antonio Flecha voor en was hij bovenop dit alles ook nog eens de betere van Spartacus himsels, Fabian Cancellara. Hij won die dag echter niet zijn ronde. Die dag won een andere favoriet die nooit zou winnen. Een andere favoriet waar een jongetje als ik destijds een dagboek over schreef. Nick Nuyens.

Wat zou het mooi zijn, lief dagboek, als Chavanel vijf jaar naar zijn gouden tweede plek, zondag nog één keer sneller is dan al die grote namen. Dat hij nog één keer super benen heeft, nog één keer over de kasseien mag vliegen en nog één keer zijn volk, dat hem zoveel druk oplegde, trots kan maken. Nog één keer winnen. Eén keer zijn droom verwezenlijken.

Allez Sylvain!